Wat houdt een arbeidsdeskundig onderzoek in?
De werkgever en arbeidsongeschikte werknemer zijn samen verantwoordelijk voor de re-integratie. Zij kunnen zich daarbij bijvoorbeeld laten bijstaan door deskundigen zoals een bedrijfsarts, een re-integratiebedrijf of een casemanager en een arbeidsdeskundige.
Met uitzondering van een gecertificeerde arbodienst of een bedrijfsarts, is het inschakelen van re-integratiedeskundigen géén wettelijke verplichting. Maar het is vaak wel raadzaam. Het doel van de re-integratie is immers een structurele werkhervatting in passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van de werknemer.
Het UWV zal aan het einde van het poortwachtertraject onderzoeken of er geen re-integratiekansen zijn gemist, op straffe van een loonsanctie in geval van onvoldoende re-integratie-inspanningen (zonder deugdelijke reden).
Uit de Wet verbetering Poortwachter volgt dat een volgorde in de re-integratieverplichtingen bestaat, waarbij éérst de focus gericht wordt op de mogelijkheden binnen de eigen organisatie (‘Spoor 1’) en daarná, zo nodig aanvullend, buiten de eigen organisatie (‘Spoor 2’). Zo’n arbeidsdeskundig onderzoek vereist nogal wat kennis en ervaring.
Wat is de rol van een arbeidsdeskundige in dit proces en waarom is het belangrijk om hem tijdig in te schakelen voor een arbeidsdeskundig onderzoek?
Spoor 1
Onder re-integratie in Spoor 1 verstaan we alle activiteiten gericht op werkhervatting binnen de eigen organisatie. Daarbij wordt van de werkgever verwacht dat hij alles doet wat redelijkerwijs mogelijk is om zijn werknemer in passend werk te kunnen herplaatsen. In het kader van deze verplichting is er een re-integratievolgorde. Deze volgorde is volgens de Werkwijzer Poortwachter:
- Terugkeer in eigen werk
- Terugkeer in aangepast eigen werk
- Terugkeer in (aangepast) ander werk
Hoewel een werkgever niet verplicht is om een arbeidsdeskundige (AD) in te schakelen, is het meestal wél raadzaam om dit te doen. Een AD is namelijk opgeleid en getraind in het wegen van belasting en belastbaarheid en kan (aan de hand van een door een bedrijfsarts opgesteld inzetbaarheidsadvies) onderzoeken of terugkeer naar werk bij de eigen werkgever mogelijk is.
Om geen re-integratiekansen te missen is het belangrijk om op tijd te starten en dat het onderzoek en de bevindingen nauwkeurig worden vastgelegd in een rapportage. Na indiening van de WIA-aanvraag zal UWV namelijk toetsen of de werkgever voldoende aan re-integratie heeft gedaan.
Mocht UWV tot de conclusie komen dat er kansen zijn gemist, bijvoorbeeld omdat het onderzoek niet adequaat of te laat is uitgevoerd, dan kan UWV een loonsanctie voor de duur van maximaal één jaar opleggen.
Let op:
Bij een wijziging van de belastbaarheid van de arbeidsongeschikte werknemer kan het nodig zijn om een AD (opnieuw) te laten kijken naar de mogelijkheden in spoor 1, óók als de gezondheidssituatie in het tweede ziektejaar is gewijzigd. Bij signalen van verbetering of verslechtering is het zaak om de werknemer (opnieuw) op te roepen voor een spreekuur bij de bedrijfsarts, zodat de AD daarna zonodig een bijgesteld advies kan geven over de mogelijkheden in beide sporen.
Spoor 2
Wanneer is Spoor 2 aan de orde? Hoofdregel is dat zodra duidelijk wordt dat er geen zicht (meer) bestaat op een structurele hervatting binnen de eigen organisatie, er een adequaat tweede-spoortraject moet worden gestart om de hervattingskansen van de arbeidsongeschikte werknemer zo veel mogelijk te vergroten. Een tweede-spoortraject moet in beginsel uiterlijk binnen 6 weken na de Eerstejaarsevaluatie (in de 52e week van arbeidsongeschiktheid) worden gestart.
Let op:
Een spoor 2-traject kan ook naast een spoor 1-traject geïndiceerd zijn. Een veelvoorkomende misvatting is dat een spoor 2-traject pas ná sluiting van een spoor 1-traject mag worden ingezet. Die fout kan je als werkgever duur komen te staan, omdat het UWV bij de re-integratietoets in dergelijke situaties mogelijk concludeert dat re-integratiekansen zijn gemist. Met een loonsanctie als gevolg.
Om geen kansen in spoor 1 en spoor 2 te missen is het daarom raadzaam om tijdig te rade te gaan bij een arbeidsdeskundige en om te blijven kijken naar mogelijkheden in spoor 1. Wellicht kent jouw bedrijfsarts of re-integratiebedrijf een geschikte AD die jou kan bijstaan bij de re-integratie van de arbeidsongeschikte medewerker.
Wil je meer weten over een arbeidsdeskundig onderzoek en het inzetten van een arbeidsdeskundige? Kijk dan op de website van de Nederlandse vereniging van arbeidsdeskundigen (NVvA).
Aangesloten branches
Verschillende branches doen mee met de campagne Loondoorbetaling bij Ziekte. Je kunt altijd bij jouw brancheorganisatie terecht voor advies. Sommige branches bieden zelfs een eigen verzekering aan. Wil jij weten hoe jouw brancheorganisatie het geregeld heeft? Klik dan voor meer informatie op de logo’s hieronder.